Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Gepubliceerd op 19-06-2017

Bok

betekenis & definitie

1. Patroniem bij de Germaanse voornaam Bocco/Bucco, mogelijk een afgesleten vorm van een -burg-naam als Borghard/Burkhard. Vergelijk varianten als Beukens/Bockens en Boks/Bu(ck)x en naamvormen als Bogers/Burgers, Bokk(er)ink en Bokma.

2. Ivm. de diernaam bok een aanduiding voor iemand die een bok heeft, iemand die deze dieren verhandelt of slacht.
3. De diernaam kan ook afgebeeld zijn op een uithangbord en via de huisnaam op de bewoner overgedragen zijn.
4. Bijnaam voor iemand die uiterlijke of innerlijke kenmerken van een bok wordt toegeschreven.
5. Er wordt ook gedacht aan een verwijzing naar een scheepstype met de benaming 'bok'; vergelijk namen als Bark, Brik, Jol, Kaag, Praamstra.
6. Als joodse naam kan sprake zijn van een acroniem uit Hebreeuws 'ben kedosjiem' = 'zoon van martelaren'.