Wat is de betekenis van Bok?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

bok

Het begrip bok heeft 15 verschillende betekenissen: 1) volwassen mannelijke geit. 2) mannetje van herten, gemzen e.d.. volwassen mannelijk zoogdier uit de families van de hertachtigen of van sommige soorten uit de familie van de holhoornigen, zoals de antilopen, de gemzen en de steenbokken. 3) holhoornig zoogdier. zoogdier va...

2024-03-29
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Bok

Een bok is een mannelijk dier bij onder andere de geit, het hert en de ree. In tegenstelling tot de geit wordt hij als symbolische figuur meestal negatief geïnterpreteerd. Bij het Laatste Oordeel wordt de bok bij het toenemen van de onderdrukking van de seksualiteit tot onrein wezen tot de eeuwige hellestraf veroordeeld. De duivel lijkt in de...

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bok

1) (19e eeuw, vero.) (stud.) (meestal meerv.) meisje dat zich seksueel uitbundig gedraagt; prostituée (die alleen studenten als klant had): 'naar de bokken moeten'. In het Zuid-Afrikaans heeft 'bok' of 'bokkie' ook de betekenis van liefje, minnares. • De deur staat aan. Naar binnen! Naar boven! langs dien trap, voor zoo velen...

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bok

bok - Zelfstandignaamwoord 1. (zoogdieren) een mannelijke geit 2. een toestel bij het turnen 3. een mennerszitplaats bij een rijtuig 4. een platform waarop een dirigent voor het orkest staat 5. een zware hijskraan 6. een ondersteuning waarop zware toestellen kunnen geplaatst worden 7. (spel) een speelsteen bij het sjoelen die boven op...

2024-03-29
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Bok

Bok is aan het begin van deze eeuw op het Groningse Hogeland gebruikt voor 'borrel'. Een dialectwoordenboek gaf in 1929 als voorbeeldzin 'n bok mit smoren voor 'een borrel te drinken'. Deze borrel naam lijkt te zijn ontstaan uit de oudere uitdrukking de bok aan 't touw hebben voor 'dronken zijn'. Deze zegswijze was niet alleen in Groningen bekend,...

2024-03-29
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Bok

De bokken van de schapen scheiden, de slechten van de goeden scheiden; soms ook van zaken: sorteren. Ook wel de schapen van de bokken scheiden. In Matteüs 25:32 wordt beschreven hoe de Zoon van God bij zijn komst op aarde over het mensdom zal oordelen: ‘Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zo...

2024-03-29
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Bok

1. Patroniem bij de Germaanse voornaam Bocco/Bucco, mogelijk een afgesleten vorm van een -burg-naam als Borghard/Burkhard. Vergelijk varianten als Beukens/Bockens en Boks/Bu(ck)x en naamvormen als Bogers/Burgers, Bokk(er)ink en Bokma. 2. Ivm. de diernaam bok een aanduiding voor iemand die een bok heeft, iemand die deze dieren verhandelt of slacht....

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bok

bok - zelfstandig naamwoord 1. mannetjesgeit ♢ vroeger spanden ze de bok voor de bokkenwagen 1. de bokken van de schapen scheiden [de mannen van de vrouwen scheiden] 2. een oude...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Jargon & Slang van Havenarbeiders

Marc de Coster (2017)

Bok

Bok - oprit, vliegende steiger. Ook gebruikt voor een platboomd vaartuig dat dient voor het lichten van gezonken schepen.