Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 05-05-2018

Nappa, nappaleer

betekenis & definitie

(1943, uit het Engels) leer van lamsvel

De Engelsen schrijven doorgaans napa. Etymologisch is dat de juiste spelling, want nappaleer dankt zijn naam aan de Amerikaanse plaats Napa. Napa ligt ten noorden van San Francisco in Californië, in de provincie Napa, aan de rivier de Napa, een naam die is ontleend aan een Indianentaal. De oorspronkelijke betekenis ervan is niet bekend. In het etymologisch woordenboek van Van Dale en in de Grote Van Dale wordt nappa abusievelijk afgeleid van het middeleeuws Latijnse nap(p)a, dat 'tafellaken' of 'servet' betekent. Dit is echter zeker onjuist.

In de tweede helft van de 19de eeuw profiteerde Napa van de enorme expansie van San Francisco (zie shanghaaien). Hout, vee en kwik werden via Napa vervoerd naar San Francisco, dat zich ontwikkelde tot een voorname handelsplaats.

Aan het eind van de 19de eeuw kwamen er twee belangrijke produkten bij: uitstekende tafelwijn (Napa wine) en leer.

Nappaleer wordt bereid uit lamsvellen, die aanvankelijk werden gelooid met plantaardige stoffen, zoals gambir, later met chroom. In het begin maakte men er vrijwel uitsluitend heren- en sporthandschoenen van, later ook tassen, jassen en bekledingen.

Er wordt in Napa nu nog steeds leer gemaakt, hoewel de streek inmiddels vooral bekendheid geniet als het hart van het Californische wijnland.

Engels napa, nappa (1897); Duits Nappa, Nappaleder.

Enkele andere leersoorten:

Corduaan of corduaan-leer, fijn glanzend leer van geite- of bokkevellen, is genoemd naar de Spaanse stad Córdoba, waar het oorspronkelijk vandaan kwam. In de 19de eeuw onderscheidde men twee soorten corduaan: glimmend zwart en ruw zwart. Van de laatste soort werden onder andere rouwhandschoenen gemaakt.

Gamaschen, beenbeschermers of slobkousen, werden gemaakt van leer uit Ghadames in het uiterste westen van Libië, dat in de middeleeuwen hoog stond aangeschreven. Later werd er katoen of nylon voor gebruikt. Wij leenden dit woord, dat gangbaar is onder bergbeklimmers en skiërs, uit het Duits.

Rnsleer, een verouderd woord voor juchtleer, is een samentrekking van 'Russisch leer', dat wil zeggen: op Russische manier gelooid rundleer. De Russen looiden het leer in een mengsel van boombasten, waarna ze het met berkenolie inwreven. Tussen 1780 en 1830 werden nogal wat boeken in rusleer gebonden, waaronder veel Statenbijbels.

Volgens sommigen is zeem afgeleid van het Zweedse sämsk, 'leer uit Samland', een gebied in Oost-Pruisen. Anderen houden het er echter op dat dit woord afstamt van het Franse chamois 'gems', of dat het via Slavische talen teruggaat op het Turks semisz 'vet'.

Vergelijk marokijn en perkament

NAPPA: Bonthond Wdb. manufacturier (19432) 47; Winkler Prins• 12 (1951) 604; Ency. Brit.IS VII (1981) 186; Veen Etym. wdb. (1989) 510; P. Brill, J. Groen Amerika van A tot Z (1992) 191-192; OED (19932).