Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 20-02-2019

naslagonderzoek

betekenis & definitie

Wanneer iemand door een huwelijk toetreedt tot de koninklijke familie is het gebruikelijk dat de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB) en de Algemene Inlichtingendienst (AIVD, de vroegere BVD) informatie verzamelen. Hierbij zijn drie onderzoeken te onderscheiden, zo bleek tijdens Mabelgate (zie aldaar): een naslagonderzoek, een beveiligingsonderzoek, en een informatieonderzoek. Met naslagonderzoek bedoelt men een onderzoek in de bestaande dossiers, zoals het AIVD-dossier, het bevolkingsregister en het politiedossier.

Dat woord naslagonderzoek trok de aandacht in de pers. Zelf schreef ik hierover in NRC Handelsblad:

Als je drie soorten onderzoek onderscheidt, is het logisch dat je daar verschillende namen voor verzint, maar kennelijk ligt naslagonderzoek niet erg voor de hand, want buiten de AIVD was dit woord tot nu toe onbekend. In de woordenboeken vind je alternatieven <ndash> het ene beter dan het andere <ndash> als antecedentenonderzoek, basisonderzoek, bronnenonderzoek, proefonderzoek en vooronderzoek, plus verbindingen als verkennend onderzoek en preliminair onderzoek, maar naslagonderzoek is niet eerder gevormd. Waarom niet? Ik denk dat dit komt doordat veel mensen naslagonderzoek als een pleonasme ervaren, als een dubbelopwoord. Allícht sla je bij een onderzoek het een en ander na, zeker bij een dossiervretende instelling als de AIVD, dus waarom zou je dat speciaal naslagonderzoek noemen?
Overigens, als de taalpuristen het in Nederland voor het zeggen hadden gehad, dan zouden ze bij de AIVD nu waarschijnlijk spreken van een naslaonderzoek of een naslaanonderzoek, want naslagonderzoek is gevormd naar het voorbeeld van naslagwerk, en daar moesten de puristen aanvankelijk niks van hebben. Naslagwerk, dat pas in 1946 voor het eerst in het Nederlands is aangetroffen, is een vernederlandsing van het Duitse Nachschlagewerk, en in plaats van dit ‘verwerpelijke germanisme’ stelden de puristen voor om hier naslawerk of naslaanwerk van te maken. Die woorden hebben een tijdje in de woordenboeken gestaan, maar in de praktijk zijn ze waarschijnlijk nooit gebruikt. Aan de discussie of naslagwerk nu als een germanisme moest worden beschouwd of niet kwam pas in 1967 een einde. Toen concludeerde het tijdschrift Onze Taal, lang de felste tegenstander van germanismen, dat naslagwerk ‘niet in strijd is met het Nederlandse taaleigen’. Daarmee werd van bevoegde zijde de weg vrijgemaakt voor naslagonderzoek, een woord dat menigeen nu pijn aan de ogen doet.