Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 07-02-2017

Kraker

betekenis & definitie

Kraker is in 1874 voor het eerst gevonden, in de zegswijze hij neemt een droge kraker. Een spreekwoordenboek geeft als verklaring:

De liefhebber kraakt den drank, alsof hij eene vaste spijze gebruikte; daarom wordt de zuivere jenever zoo genoemd. Kraken werd ook gebruikt voor het openbreken van flessen. Grog, een mengsel van heet water, suiker, citroen en sterke drank, werd indertijd natte kraker genoemd.

De verkleinvorm krakertje is in 1884 voor het eerst aangetroffen in het boek Burgerluidjes van Justus van Maurik. Hij gebruikte het in een conversatie tussen twee nachtwakers:
'Zeg Teun!' Bram doet zijn stem tot fluisteren dalen. 'Zeg! bij Thijs op den hoek is nog volk op: als je eens even een krakertje ging nemen, dat zou je opknappen maat!' Van Maurik kenmerkt krakertje in hetzelfde boek in een voetnoot als een typisch Amsterdams volkswoord. Later is het echter ook in Vlaanderen gesignaleerd. In Gent werd een drinkebroer in de eerste helft van deze eeuw een kraker genoemd. Van Dale vermeldt de borrel naam krakertje sinds 1924.