Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 05-05-2018

Kartuizer

betekenis & definitie

houdt met het werkelijke herdersleven in Arcadië - beslissende combinatie van toon en motieven is door de Romeinse schrijver Vergilius (70-19 v.Chr.) tot stand gebracht in het dichtwerk Bucolica. Hierdoor geïnspireerd heeft sedert de renaissance de zogenaamde herdersroman of arcadia tot diep in de 18de eeuw een hoge vlucht genomen in de Westeuropese literatuur.

Tot slot enkele geoniemen op het gebied van de bouwkunst:

Een vast element in de kerkelijke en wereldlijke pronkarchitectuur van alle tijden is het baldakijn. Dit woord is uiteindelijk genoemd naar Bagdad, tegenwoordig de hoofdstad van Irak. In de middeleeuwen noemde men in Italië, waarlangs de Europese contacten met de Oriënt verliepen, deze plaats Baldacco. Een uit die stad afkomstig produkt heette baldacchino. Nu voerde Bagdad voor zover bekend geen baldakijnen uit, maar wel kostbare stoffen: brokaat en weefsels van zijde- en gouddraad - geknipte materialen voor sprookjesachtige baldakijnen. In de Europese talen is de naam baldakijn geleidelijk aan van het weefsel overgegaan op de overhuiving die eruit werd vervaardigd. De oude betekenis is zelfs volkomen in onbruik geraakt, en baldakijnen van steen, metaal of zelfs plastic zijn geen zeldzaamheid meer.

Een ander woord waarvan de betekenis is overgegaan van een weefsel op een architectonisch element, is fries. In de oudheid stonden de bewoners van het rijk Phrygië in westelijk Klein-Azië bekend om hun prachtige goudborduurwerk. De Romeinen noemden dit dan ook opus phrygium 'Phrygisch werk', waarvan het eerste element in de loop van de tijd verloren is gegaan. Het tweede element is via het Franse frise in het Nederlands uiteindelijk geworden rot fries. (De overgang van phrygium naar frise wordt overigens niet door alle etymologen ondersteund.) In de renaissance werd de term aanvankelijk speciaal gebruikt voor de versierde ('geborduurde') horizontale strook die in een klassiek opgezet gebouw tussen de architraaf en de kroonlijst loopt. Later werd de betekenis verruimd rot 'horizontale sierstrook' zonder meer. Zulke stroken hadden dikwijls een meander (z.a.) als motief, waarvan de oorsprong eveneens in Phrygië ligt.

KARIATIDE: Hoogstraten Groot olg. hist wdb. 2 (1733) 85 (Carie); Lübker & Erler Real/ex. des klassischen Altertums (18917) 620; Grand Larousse ency. (1960) 671; Ency. Brit"
11 (1979) 603-604; Nuchelmans e.a. Wdb. der oudheid 2 (1979) 1612; Ziegler & Sontheimer (red.) Kleine Pauly 3 (1979) 139-140; Dauzat Dict étym. (19932) 126; OED (19932),