Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 20-02-2019

grottoerist

betekenis & definitie

Half november 1999 kwamen zeven Franse speleologen vast te zitten in de spelonk van Vitarelles in Zuidwest-Frankrijk. Zij waren overvallen door de plotselinge stijging van het water in een ondergrondse rivier. Volgens Van Dale is een speleoloog een ‘holenonderzoeker’ of ‘grotonderzoeker’, maar de media bestempelden hen tot grottoeristen. Gelukkig waren het zeer deskundige toeristen. ‘De reddingswerkers prezen de ervarenheid van de vermisten’, aldus de NRC. ‘De zeven hadden gedaan wat van hen werd verwacht: een hoog punt opzoeken en de meegenomen voorraad eten en drinken rantsoeneren. De zeven waren vertrokken voor een ondergrondse expeditie van drie dagen. Zij hadden nog eten en licht voor twee dagen over.’

Vooral Jan Mulder stoorde zich aan het nieuwe woord. Op 23 november schreef hij in de Volkskrant:

Het engste woord van de eeuw? Grottoerist. Je zult maar als grottoerist geboren worden, op de vraag wat je later wilt worden zonder aarzelen ‘grottoerist’ zeggen, voor je eerste Sinterklaasfeest een afdaaltouw vragen, na school altijd grotje spelen, in de vakantie je ouders hele middagen in onzekerheid laten over je verblijfplaats (zit Jan weer in ’t riool?), het diploma van professioneel grottoerist halen, vanaf die dag voortdurend Franse aardsleuven in kruipen, onderweg naar de akeligste dood.’