Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 20-02-2019

demoniseren

betekenis & definitie

Het is niet zo dat het woord demoniseren vóór Pim Fortuyn niet werd gebruikt. In de dagbladen komt het woord sinds het einde van de jaren tachtig voor in berichten over de nazi’s (die de joden demoniseerden), de Koude Oorlog (waarin de communisten werden gedemoniseerd) en de moslimfundamentalisten (die de Verenigde Staten demoniseren). De Grote Van Dale kent het sinds 1999 (in de betekenis ‘als kwaad beschouwen, duivels voorstellen’) en het is ook weleens gebruikt in verband met de Nederlandse politiek. Zo schreven Bert Bukman en Alain van der Horst in 1994 in HP/De Tijd een artikel getiteld ‘De demonisering van de CD’ (Centrum Democraten). Maar door Pim Fortuyn is het gebruik van demoniseren in 2002 explosief gestegen. Werd het woord vóór Fortuyn slechts in kleine kring gebruikt, nu kent iedereen het.

Een van de eerste keren dat Fortuyn het zelf gebruikte was op 9 februari 2002, in een vraaggesprek in de Volkskrant. Hij zei toen:

Veertigduizend asielzoekers per jaar, dat is in vier jaar tijd een stad van een omvang van Groningen. Dat moeten mensen zich eens even goed realiseren. En dan veelal; enkele reis onderklasse. Nou dat zie ik niet zo zitten. Daar moeten we maar eens even mee stoppen. Janmaat had gewoon voor een deel gelijk. En door de demonisering waaraan uw krant ook heeft meegedaan, kon dat allemaal niet meer gezegd worden.

Vervolgens gebruikte Fortuyn het vooral om zijn eigen situatie te kenschetsen. Zo zei hij in een televisie-interview met Robert Jensen, niet lang voordat hij in Hilversum werd doodgeschoten door Volkert van der G.:

Als je ziet wat ik af en toe in de brievenbus krijg, daar word je niet vrolijk van. En de Nederlandse regering, en dat vind ik een bloody shame, helpt mee een klimaat te creëren van demonisering van mijn persoon. En als mij straks wat gebeurt, en ik ben blij dat je me deze gelegenheid geeft, zijn zij medeverantwoordelijk. En dan kunnen zij niet de handen er vanaf trekken in de zin van: ‘Ja, ik heb die aanslag niet gepleegd. Je hebt het klimaat meegecreëerd. En dat moet stoppen.’

De moord op Fortuyn leidde tot het nodige zelfonderzoek bij journalisten en politici. Hadden zij Fortuyn inderdaad gedemoniseerd? Zeker is dat het optreden en het succes van Fortuyn tot een ongeëvenaarde stroom typeringen leidden. Zo werd Fortuyn, tot zijn stijgende ergernis, uitgemaakt voor: anti-prediker, pedante blaaskaak, clown, megalomane demagoog, rare flapdrol, de Nederlandse Jörg Haider, een New Age-Hitler, wetenschappelijke hooligan, Janmaat in het kwadraat, kakelnicht, springende kikker, malloot, de man die belletje trekt, een politiek masturbant (‘veel opwinding en snel klaar’), door en door valse Messias, de nieuwe Mussert, Polder-Mussolini, de Mussolini van de 21ste eeuw, een narcistisch gokkerstype, decadente parvenu, de Pietje Bell van de politiek, Pim Pim kale Bim, pleefiguur, professorale poseur, de Emile Ratelband van de Nederlandse politiek, een nare, publiciteitsgeile nicht, fascistische relnicht, Sjors van de rebellenclub en de rattenvanger van Hamelen.

Bij dat zelfonderzoek en bij de latere analyses steeg niet alleen de frequentie van demoniseren tot ongekende hoogte, maar ontstond bijvoorbeeld ook het woord zelfdemonisering. Zie verder aldaar en vergelijk at your service, condoleancestem, Fortuynist, ga toch koken, geest van Pim, ik zeg wat ik denk…, kogel..., lijntje..., LPF, proefballonnenblazersensemble, puinhopen... en zin an...