Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 20-02-2019

cursusmoe

betekenis & definitie

In juli 1999 maakte het weekblad Intermediair bekend dat Nederland cursusmoe aan het worden is. Uit een enquête was gebleken dat hoger opgeleiden de laatste jaren steeds minder aandacht geven aan scholing.

Drie jaar geleden brachten academici en mensen met een hbo-opleiding nog vijf weken per jaar door met het volgen van cursussen. Dat was medio 1999 nog maar de helft. Vooral juristen waren het zat: gingen ze in 1996 nog zeven weken op cursus, in 1999 was dat anderhalve week. Ook bij specialisten in de informatietechnologie, een sector waar veel wordt geschoold, nam het aantal studieweken sterk af: van zes naar drie per jaar.

Cursusmoe en cursusmoeheid zijn nieuwe woorden, net als condoommoe, een verschijnsel dat tot barebacking (zie aldaar) heeft geleid. De overdaad aan lijstjes met de beste x van de 20ste eeuw, leidde tot het woord lijstjesmoe, dat op 22 december in de Volkskrant debuteerde. In 1997 leek het er even op dat de Nederlander vakantiemoe was. Volgens het researchinstituut NRIT in Breda werden er toen 630 duizend vakanties minder geboekt. Die daling bleek echter niet structureel.