Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 20-02-2019

carveschaats

betekenis & definitie

‘Het marathonpeloton’, aldus het Algemeen Dagblad op 29 november 1999, ‘leerde afgelopen zaterdag een nieuw woord: carveschaats. Jan Maarten Heideman introduceerde het nieuwigheidje bij de negende KNSB/Unox-wedstrijd in Amsterdam. De fysiotherapeut uit Oldebroek won op de speciale ijzers met machtsvertoon de massasprint en moest na afloop wat aan zijn collega’s uitleggen.’

De carveschaats is ontwikkeld door Hans Veldhuis, schaatstrainer, coach van de Deventer IJsclub en tevens bedenker van het haaienpak (zie aldaar). ‘Het idee is komen overwaaien uit de skiwereld’, vertelde Veldhuis aan Trouw. ‘De ijzers zijn aan het begin breed, in het midden smal en aan het einde weer breed, waardoor je een ronding krijgt. Begin en eind van de messen zijn 1,1 millimeter dik, in het midden 0,9. Door het dunnere middengedeelte heb je veel meer druk op het ijs, waardoor de schaats beter glijdt. Vooral in de bochten heb je er voordeel bij, want door het profiel in het mes stuur je automatisch de bocht in.’

De nieuwe schaats kreeg zoveel aandacht in de media dat er zelfs ruimte overbleef voor de taalkundige kant van de zaak. ‘In Amsterdam waren de opmerkingen in het marathonpeloton over de carve ronduit hilarisch’, rapporteerde de Volkskrant. ‘Sommigen wisten het woord niet eens goed uit te spreken.’

Heideman zei te verwachten dat met de carveschaats binnenkort het ene na het andere schaatsrecord zal worden verbeterd. Maar anderen waren sceptischer, wat te volgen was in krantenkoppen als ‘Carveschaats maakt geen indruk op Gianni Romme’ (Haarlems Dagblad), ‘Twijfels over nut van nieuwe carve-schaats’ (de Volkskrant) en ‘Weinig fiducie in carve-schaats’ (ANP).

Overigens is het principe van de carveschaats al oud. Omstreeks 1878 werd een vergelijkbaar model gebouwd door een zekere kapitein Dowler en aan het begin van de 20ste eeuw bracht ook de Friese schaatsenmaker Hoekstra uit Warga schaatsen op de markt waarbij het ijzer in het midden smaller was dan aan de uiteinden. Deskundigen spreken in dit verband wel van concave ijzers.