Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 07-02-2017

Bok

betekenis & definitie

Bok is aan het begin van deze eeuw op het Groningse Hogeland gebruikt voor 'borrel'. Een dialectwoordenboek gaf in 1929 als voorbeeldzin 'n bok mit smoren voor 'een borrel te drinken'. Deze borrel naam lijkt te zijn ontstaan uit de oudere uitdrukking de bok aan 't touw hebben voor 'dronken zijn'. Deze zegswijze was niet alleen in Groningen bekend, maar ook in Friesland, Noord-Holland en Zeeland.

In Friesland zongen de kinderen, als ze iemand dronken over straat zagen lopen, aan het eind van de 19de eeuw: Hij het 'n bok an 't touw! Hij het 't biet! [Hij heeft het te pakken!] Het WNT geeft als verklaring voor dit spreekwoord: 'een over den weg zwaaiende dronkaard doet denken aan iemand die een koppigen bok onder vele bokkesprongen moet voortleiden'. De borrel naam bok was halverwege deze eeuw nog in Groningen bekend. Het Amerikaans-Engels kent het enigszins verwante drunk as a goat.