Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

uraniër

betekenis & definitie

Uranist, homoseksuele persoon. Eigenlijk: man noch vrouw. Dit eufemisme ontstond in de negentiende eeuw toen de homobeweging voor het eerst van zich liet horen. Het is ontsproten aan de klassieke mythologie. Volgens Joustra werd de term halverwege de negentiende eeuw bedacht door de jurist Karl Heinrich Ulrichs (die beweerde dat homoseksuele mannen geboren worden met een mannenlichaam maar met een vrouwelijk gerichte seksualiteit) en afgeleid van Afrodite Urania, de beschermgodin van de knapenliefde.

Geluk meent er echter een afleiding van het Griekse woord ‘ouranios’ (hemels) in te zien, naar het woord van Plato die de liefde van man tot man aldus noemde, tegenover de aardse liefde tussen man en vrouw. ‘Uranisme’ stond destijds voor homoseksualiteit. In 1904 verscheen de Nederlandse vertaling van Magnus Hirschfelds ‘Oorzaken en wezen van het Uranisme’. Tot de Eerste Wereldoorlog was ‘uraniër’ de populairste term voor een homoseksueel. Het hoeft ons niet te verbazen dat het woord geen lange carrière beschoren was. Na 191 z worden de begrippen ‘uraniër’ en ‘uranisme’ meer en meer vervangen door ‘homoseksueel’ en ‘homoseksualiteit’, later afgelost door ‘homofiel*’ en ‘homofilie’. 

De Uraniër voor Kerk en H. Schrift.

Titel v.e. uit het Duitsch vertaald geschrift van C. Wirtz. 1904, geciteerd in WNT

Wij bestrijden de leer dat homosexualiteit een normaal verschijnsel zou mogen heeten, dat aan den Uranier het recht zou toekomen zijne geslachtelijke neigingen te volgen, geheel gelijk aan den heterosexueelen mensch.

Ideaal en Praktijk v.d. Rein Leven Beweging. 1908, geciteerd in WNT