Bargoense aanduiding van het mannelijk of vrouwelijk geslachtsdeel. In het Bargoens werd het woord echter voornamelijk gebruikt voor zaken die iets kunnen bevatten: brandkast (in die betekenis o.a. terug te vinden in ‘Amsterdam bij daglicht’ van Maurits Dekker), portemonnee, huis en vandaar ook vagina. Ook voor elk ding waarvan men niet direct de naam kan noemen. Het komt voor in talrijke samenstellingen, zoals ‘gondeltijssie’ (bordeel), ‘tiejijspezer’ (brandkastkraker).
Endt (1974) denkt aan de vernederlandste uitspraak van het Engelse ‘th’ (tie-eetsj), als eufemistische afkorting voor ‘thing’. Kijk ook onder ding*. De betekenis ‘mannelijk geslachtsorgaan’ (zie citaat) is eerder zeldzaam.
Een zeere tiejijs, zieke geslachtsdelen.
Koster Henke: De boeventaal. 1906
Zo noemden wij de vagina mijn ‘ding’ of ‘klink’. De penis noemden we ook ‘ding’ of ‘tejis’.
Frederika Brummer: Het leven van een woonwagengeneratie tussen 1900 en 1943. 1984