Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

penis

betekenis & definitie

Mannelijk geslachtsorgaan. Wij hebben dit woord in de zestiende eeuw ontleend aan het Latijn. In die taal betekende het eigenlijk ‘staart’ en deed het dienst als eufemisme voor het mannelijk lid. Zoals bij andere belangrijke onderdelen van de menselijke anatomie het geval is (het achterwerk en de boezem bijvoorbeeld), zijn er talrijke synoniemen in omloop, alsook voor het vrouwelijk geslachtsdeel. Wat volgt is een (onvolledige) lijst, ingedeeld in verschillende categorieën:

eigennamen: Bello*; Charlie*; Frederik; Gerrit*; Joost; Jochem Wippers; Lubbert*; Van Wippesteyn; Zebedeus*.

wapentuigen apparaten: de analogie van de penis met een puntwapen is al erg oud. De oude Romeinen vergeleken hun lid al met een zwaard (gladius) en dat zwaard paste vanzelfsprekend in de schede (de vagina). Gérard Reve benoemt in zijn werk het mannelijk geslacht vaak in krijgskundige termen: dolk; geweer; voorlader; stormram; terugstootloze vuurmond.

In het informele Nederlands zijn verder o.a. populair: apparaat*; gereedschap*; puddingbuks* (tegelijk een nonsenswoord).

anatomische verwijzingen: derde* been; elfde* vinger; lid.

allerlei metaforen (meestal verwijzend naar de vormgelijkenis): angel*; hengel*; joystick*; kraantje*; lat*; liefdesknuppel*; mast*; mes*; paal*; peen*; pen*; potlood*; spijkertje; stamper*; tuigje*; zwengel*.

vage verwijzingen: aardigheidje*; deel*; ding*; gedoetje*; gevalletje*; zaakje*. nonsenswoorden: clubvaantje*; dragonder*; gebaarde* vredemaker; trooster*; zaligmaker*.

Gelijck de Romeynen met de Penis haer om dat Primaet gecrabt hebben.

S. Franck van Word: Werelt-boeck, Spieghel ende Beeltenisse des gheheelen Aerdtbodems. 1997, geciteerd in WNT

Men neemt het op voor vrouwen en voor zwarten

Men neemt het op voor wie er wordt belaagd

Maar niemand neemt het ooit op voor de penis

De penis is de neger van vandaag.

Raymond van het Groenewoud: Arme penis. 1994