Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

scoren

betekenis & definitie

Een woord met een breed scala van betekenissen. Zo’n dertig jaar geleden deed het (onder invloed van het Engels wellicht) zijn intrede in de sportwereld. Scoren betekende aanvankelijk ‘een doelpunt maken; wedstrijdpunten verzamelen’. Meer algemeen ging men het ook gebruiken in de zin van ‘succes hebben’. Van een veel verkocht boek wordt gezegd dat het ‘hoog scoort’.

Een derde betekenis ontstond in het milieu van druggebruikers. Voor een junkie is het blijkbaar een kick (vergelijkbaar met het maken van een doelpunt) om tijdig aan (geld voor) dope te komen. Dat kan door diefstal, maar verslaafde vrouwen kunnen bijvoorbeeld via de prostitutie in hun behoefte voorzien. Sport en drugs hebben in zekere zin de euforie gemeen. Het hoeft ons dan ook niet te verbazen dat de jargongebruikers in eikaars vaarwater hengelen. Sinds eind jaren zeventig van de twintigste eeuw ging men de junkiebetekenis van ‘scoren’ meer en meer overdrachtelijk gebruiken. Bier, sigaretten, kleding, cd’s, zowat alles kan tegenwoordig worden gescoord. Daarmee komen we bij de hedendaagse betekenis van het woord, namelijk ‘te pakken krijgen; op de kop tikken’. De onderliggende gedachte is dat dit vaak op een illegale manier gebeurt, bijvoorbeeld door diefstal. Jatten is dan een synoniem. In het Amerikaans-Engels heeft het werkwoord ‘to score’ overigens de slangbetekenis van ‘een misdaad begaan, stelen’. Die betekenis heeft het woord er al sedert ca. 1914. De drugimplicatie kwam er pas rond 1935.

Ik was voor ’t eerst in Berlijn, ging naar Bahnhof Zoo om drugs te scoren.

Herman Brood in Playboy, december 1986

De hele dag ben ik bezig met scoren en roken. Scoren, dat is stelen. Eerst ga ik scoren, de spullen verkopen en dan kom ik naar Perron 0.

Nieuwe Revu, 17-11-93