Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

scheve schaats, een - rijden (schaatsen)

betekenis & definitie

Eigenlijk: zich onbehoorlijk gedragen; vaak een verbloemende uitdrukking voor een buitenechtelijke verhouding hebben. Volgens het Van Dale Idioomwoordenboek werd bij deze uitdrukking waarschijnlijk gedacht aan een schaats waarvan het ijzer niet helemaal recht was. Ook kan het slaan op de bewegingen die men met de schaats maakt.

Het WNT citeert een zekere Cosinus (‘Kippeveer of het Geschaakte Meisje’. 1888). Wie ‘een schuine schaats rijdt’ leidt een zedenloos leven. Van een overspelige wordt ook gezegd dat hij buiten de deur* of het huis* uitgaat, dat hij over het hek* springt of naast de pot* piest.

Hij houdt oprecht van zijn vrouw, maar houdt er toch een maitresse op na. Zelfs zijn vrouw, die hem aanbidt, schaatst een scheve schaats.

De Standaard, 30-01-97

Leopold I reed destijds ook een scheve schaats. En Leopold II had twee zonen bij een Parijse callgirl. Nieuwe Revu, 03-11-99