Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

odol

betekenis & definitie

(ochtend)erectie.

Voor het eerst vermeld in de ‘Geïllustreerde Encyclopedie van de Sexualiteit’ (1977) naast andere informele termen zoals ‘grote broer’; ‘verrekijker’ en ‘zaklantaarntje steeds bij de hand’. Salleveldt (1978) omschrijft ‘Odol’ als een ‘aanduiding voor de lichamelijke toestand bij het ontwaken’ en noemt nog de variant ‘Odal’ voor de avonduren. Robert Henk Zuidinga (‘Sexicon’. 1993) bestempelt het woord als een van de vele acroniemen die populair zijn in de erotische sfeer. In het vermakelijke ‘Thuistaal. Het andere Nederlands’ (uit 1992.) noemt auteur Wim Daniëls de vondst ‘watersjees’ als synoniem van ‘odol’, waarbij water een verwijzing zou zijn naar urine terwijl ‘sjees’ een plaatselijke aanduiding is van de penis. Blijkbaar heeft het woord nog niets aan populariteit ingeboet. Op het Internet vind je talrijke links, waaruit blijkt dat het woord vooral onder jongeren erg populair is.

Ik had een ochtendspits, Tonia, een odol, een ontzettend dikke ochtendlul.

Ronald Giphart: Ik ook van jou. 1992

Wat ze ook deden als ze aan elkaar vroegen wie zijn ODOL kon missen, het liefst in het bijzijn van een sociaaltherapeute, maar een nieuw vrouwelijk groepslid was ook goed. Dan ging het niet om een flesje ODOL mondwater, maar om hun Ontzettend Dikke Ochtend Lul.

Flip Willemsen: De vrouw aanhebben. 1994