Vriendelijke verwensing. De aangesprokene wordt een fictieve kwaal toegewenst. Dit zou erop kunnen wijzen dat we hier met een eufemisme te maken hebben (voor een vreselijke ziekte), al is de ondertoon vaak schertsend.
Daar trekt Van Wees graag zijn grijze stofjas voor recht, of pardon de ‘bedrijfsburberry’ zoals hij zijn kloffie noemt. ‘Werd ik vroeger om uitgelachen, maar ik dacht: klerelijers, krijg maar het heen en weer.’
HP/De Tijd, 13-11-98