Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

bijslaap

betekenis & definitie

Letterlijk: het slapen bij iemand en vandaar een eufemisme voor het hebben van geslachtsgemeenschap. Het WNT geeft al een vindplaats uit de zeventiende eeuw. Overdrachtelijk ook voor: minnaar; minnares (zie laatste citaat).

Oneindig ruist stilte van de nachtelike bijslaap. Overal zijnde bijslaap. Nacht adagio van de erotica.

Paul van Ostayen: 100 nagelaten gedichten. 1919

Alras bleek dat Cave er weinig trek in had zich ettelijke malen naar de slachtbank van een tweegesprek te laten voeren, maar daartoe min of meer gedwongen door zijn levenspartner, eerdergenoemde Jeanette Bleeker, die zich niet zozeer als de gebruikelijke bijslaap (we moesten er niet aan denken), maar als een uiterst chaotische manager manifesteerde.

Oor, 11-07-87

Niet een dokter maar de Sjamaan werd geraadpleegd. Meestal moest er aan hem een offer worden gebracht of werd door hem in sommige gevallen verordonneerd dat de vrouw of dochter des huizes een nacht zijn bijslaap was.

Later, 08-06-98, webpagina

De Vader des Vaderlands trouwde vier maal en had daarnaast tientallen bijslapen, onder meer ene Eva Elinx, bij wie hij een zoon Justinus verwekte.

Vrij Nederland, 19-01-2000

< >