Beurstaai voor een periode van dalende koersen. Een beer is iemand die op een koersdaling speculeert. Het Handelswoordenboek (1977) van B.A. Dijkstra verklaart de term als volgt: ‘belegger die voorzichtig of tijdelijk niet belegt uit wantrouwen tegen de koersen; hij wil liquide blijven en vóór alles kalm’. In deze betekenis hebben we het woord ontleend aan het Engels, waar het al gebruikt wordt sedert 1740. Mogelijk verwijst het naar de Engelse uitdrukking ‘to sell the bear-skin before the bear is caught’ (de huid van de beer verkopen voor men de beer gevangen heeft).
De oorspronkelijke benaming zou dan ‘bear-skin jobber’ kunnen geweest zijn. Tegenover de beer (of pessimist) staat in de beurstaai de stier (eveneens ontleend aan het Engelse beursjargon: buil). In het beursjargon kent men het zogenaamde b-woord, waarbij B staat voor beer. Een bijgeloof onder effectenhandelaren wil dat het hardop uitspreken van het woord beer een slecht teken is.
Op de Amsterdamse beurs wordt het voorkomen van een berenmarkt de term van de handel voor een voortdurend dalende tendens van de koersen niet bepaald door een percentage waarmee de koersen naar beneden gaan.
Trouw, 13-01-98
