Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

b-woord

betekenis & definitie

(1) belastingheffing, een onpopulaire maatregel waar bijgevolg een taboe op rust.

De overrompelende vermogenswinsten komen op een moment dat in politiek Den Haag het b-woord weer zoemt. Topambtenaar S. van Wijnbergen van het ministerie van Economische Zaken kwam drie weken geleden in zijn nieuwjaarsartikel in het weekblad ESB met een nieuw voorstel voor belastingheffing op de beleggingswinsten van pensioenfondsen. Zijn plan is ingebed in een ingrijpende wijziging van de belastingregels voor pensioenpremies en pensioenbesparingen.

NRC Handelsblad, 11-02-1998

(2) bezuinigingen. Evenzeer taboe in politieke kringen. Politici wringen zich in allerlei bochten om het woord ‘bezuinigingen’ toch maar te vermijden.

‘De erfenis die paars voor een volgend kabinet zou achterlaten, smelt weg als sneeuw voor de zon’, zei het CDA-Kamerlid Terpstra gisteren. Terpstra reageert op uitlatingen van minister Zalm van Financiën, die woensdag op een partijbijeenkomst het ‘B-woord’ liet vallen. Bezuinigen. Niet eerder in deze kabinetsperiode viel dat woord, uitgezonderd aan het begin toen er een afspraak uit het regeerakkoord moest worden nagekomen.

de Volkskrant 20-2-1998

Als u in een vergadering schroomt om het woord ‘bezuiniging’ nog eens te gebruiken, zeg dan: ‘dat akelige b-woord’.

Haarlems Dagblad 25-04-1998