Schertsende verbastering en een eufemisme voor belazerd, in de zin van: gek, niet goed bij het hoofd. Belazerd (afgeleid van ‘de lazarusziekte hebben’) klinkt te hard en werd aanvankelijk met ziekten zoals lepra geassocieerd. Bij ‘belatafeld’ wordt die associatie niet gelegd. Er werd vroeger eerder gedacht aan een verband met ‘latafel’ (commode).
‘Ben je belatafeld kerel, geld van mijn, ‘k heb je toch betaald.’
A. Smeding: Menschen uit ’n stil Stadje, ’n Roman. 1920, geciteerd in WNT
Je bent belatafeld, ouwe.
Ben Borgart: Blauwe nachten. 1978
Ben je belatafeld! Maak ik na met m’n ogen dicht.
Maarten ’t tHart: De steile helling. 1988
Tjonge, is die gluiperd hem naar Mexico gepiept! Wat zou hij daar moeten? Die man is helemaal belatafeld. Mexico!
Boudewijn Büch: Geestgrond. 1997