Een tweevoudig eufemisme: een fraaier woord voor vermageren (in die betekenis kwam het woord pas in de jaren zestig in omloop). Mager en vermageren hebben een pejoratieve klank. Dergelijke woorden roepen veelal associaties op met armoede en ziekte. Slank en afslanken daarentegen komen veel positiever over. Er wordt een beeld gecreëerd van mooi en gezond.
Een ander eufemisme voor vermageren is lijnen*. Tegenwoordig is afslanken echter ook een eufemisme voor: bezuinigen; ontslagen doorvoeren (in de hoop dat het daarna beter zal gaan). Afslanken klinkt natuurlijk veel prettiger. De overheid bespaart niet of neemt geen geld terug. Neen, er worden ‘afslankingsoperaties ingevuld’. Wie wil er niet graag iets invullen? Wie wil er niet graag slanker worden? Zeker wanneer het ten koste moet gaan van zoiets ongrijpbaars als ruimte (een overheidseufemisme voor geld). Tegenwoordig wordt het bedrijfsklimaat echter verziekt door deze ‘anorexiastrategie’. Gelijkaardige termen zijn o.a.:
afstoten*; doorlichten*; reorganiseren*; saneren*; versoberen*. De citaten hieronder hebben alle betrekking op de tweede betekenis.
De overheid gaat afslanken en dan kan je de herbezetting van vrijkomende banen wel vergeten.
de Volkskrant, 30-11-90
Als haar plannen, die deze week werden gepresenteerd, doorgaan zullen de activiteiten van het CBS geconcentreerd worden in het hoofdkantoor in Voorburg. De vestiging in Heerlen moet drastisch afslanken.
NRC Handelsblad, 02-04-99
... het staatsapparaat moet 44 000 banen afslanken.
Elsevier, 07-08-99