Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

spit

betekenis & definitie

spit - penis; eig. ‘puntige, ijzeren staaf (vgl. spil, speld e.d. en speten). Vaak inverb. als aan het spit rijgen,steken; ‘coïre’ (met de nadruk op de rol van de man) en een boutje aan het spit braden ‘coïre’ (met nadruk op de rol van de vrouw). (Een bruid in bed keert zich om omdat haar man haar onaangeroerd laat liggen.

Zij antwoordt hem op zijn vraag:) Wat beduyt dit keeren? men kan ’er niet af slapen. Dat loof ik wel, zoo ik wel aan 't spit gesteken was, ik zou zo niet keeren, St. Niklaes-gift 31 [1647]. 'k Loof dat hy by zijn Venus zit, Daar zy een boutje braad aan 't spit, Pans Fluytje 184 [1675].