roemsteek - coïtus; eig. benaming voor een ‘kaartspel’ (vgl. de kaartterm volte spelen en voor meer samenst. met ‘steek, steken’ in de bet. ‘coïre’ o.a. ringsteken, steekspel). Bij dezelfde auteur komt ook roemsteekspel voor (Klaagged. 278). ’t Spel van roemsteek, en piquette, v.
RUSTING, Werken 23, 174 [1712].