Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

kloot

betekenis & definitie

kloot - teelbal; eig. ‘bal, bol’. Den Dief ter aerden smijtende, treckt hem met syn Beurs voort, ende en weet niet hoe dat hy hem beyde de clooten niet af en trock, Hist. oft Pracktycke d.

Dieven 483 [1645]. Wanneer mijn lid in volle grootte zich als een muildierlid gaat stalen, betast mijn lief mijn beide kloten liever dan paternosterkralen, VAN ALTENA 191 [1967].Hierbij: klootzak, balzak. 'T is een Meyt met een Jongman ... Kees, Kees, hoe speetje met de klootsack!, BURGHOORN. Kluchth. Snorrepypen 1, 15 [1644].