Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

beurs

betekenis & definitie

beurs - 1°. Vrouw, geslachtsdeel; in de aanh. in woordspeling met ‘(geld)beurs’; zie ook stooter. ’k Zal u een stooter geven, Of zoo gij meer begeert, zoo bid ik, spreek Jufvrouw! Opdat ik in u beurs, nog meerder stooters douw.

Het vermakelijk A. B, C. 10 [± 1785].2°. Balzak, scrotum (ook vermeld door CORNVERVL.). De ballekens in een beursken besloten, als een zeer kostelijke zaak, Eros’ 1. 83 [18e e.]. Beurs zonder naad, zak. (Reinaert 1295).