een vrouw peilen - copuleren (met de nadruk op de rol van de man); eig. ‘(met een peilstok) het vloeistofgehalte in een vat vaststellen’. Maar nu is Leentje kuis, En Symen mag haar peilen, En rooyen 't gat hy wylen, Koddige Opschriften i, 95 [1698].
Roompotje peilen, neuken (Hengstenbal),