Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

Gepubliceerd op 17-03-2020

boren

betekenis & definitie

boren - copuleren (vgl. boor, navegaar). In een Purmerenter Jaagschuit, onder een Oud Man met een boor in de hand.

Ik ben oud en slof. Ik zou wel boren, maar 't staal is ’er oj (= eraf. H.). Aan d’ ander zyde, by een Vrou met een kan, en een leege roemer. Verstaat den zin, Hier moet wat in, Koddige Opschriften 4,102[16981700].

Methodes ... hoe men kan boren en zich kan laten boren, Sch. P. 26 [1970].