Ensie 1949

Redacie Cornelis Jakob van der Klaauw, Herman Johannes Lam, George Lignac (1947)

Gepubliceerd op 10-07-2019

Geestelijke hygiëne

betekenis & definitie

De ontwikkeling van de psychiatrie en psychologie als wetenschappen en de toenemende belangstelling voor sociaal-geneeskundige vraagstukken, die zich na het verschijnen van het boek van Clifford W. Beers in 1907 ‘A Mind that found itself’ ook t.o.v. zenuw- en zielsziekten uitstrekte, hebben de zorg voor de geestelijke volksgezondheid in de laatste decenniën zeer doen toenemen.

Het doel der zorg voor de geestelijke gezondheid moet zijn een optimale balans tussen de menselijke geest en de sociale omstandigheden, die beide veranderlijk en te beinvloeden zijn. Men zal niet alleen trachten te voorkomen, dat geestesziekten ontstaan, maar ook proberen de geestelijke gezondheid te bevorderen, levensmoed en levenslust te geven. In ons cultuurgebied zal eerbied voor de menselijke persoonlijkheid daarbij erkend worden. Evenals de lichamelijke is ook de geestelijke gezondheid afhankelijk van aangeboren eigenschappen en omstandigheden.

De betekenis van aangeboren factoren blijkt o.a. uit het verband tussen geestelijke gesteldheid en lichamelijke eigenschappen. Bekend is de type-indeling van Kretschmer .Uit de levensgang van ééneiige resp. twee-eiige tweelingen, psychologische onderzoekingen en de analyse van familiegeschiedenissen kan eveneens de betekenis van aangeboren geestelijke eigenschappen blijken.

Wat het milieu betreft zijn reeds de materiële omstandigheden van betekenis: in de hongerwinter 1944/’45 werd algemeen geklaagd over geheugenverlies, prikkelbaarheid, gebrek aan initiatief enz. Ziekten en vergiffen kunnen oorzaken zijn van geestesziekten: syfilis, alcohol, opium.

De betekenis van het geestelijke milieu is tijdens de oorlog duidelijk geworden, toen bleek, dat bij overigens gelijke legeronderdelen het aantal geestelijk onevenwichtigen belangrijk verschilde. Zeer groot is de geestelijke invloed van het gezin. Steeds kibbelende, elkaar de schuld gevende ouders, een gezin zonder bewuste levensopvatting, zijn niet bevorderlijk voor het geestelijk evenwicht der leden. Verder speelt het beroep een belangrijke rol. Dit geldt niet alleen voor handarbeiders, maar evenzeer voor intellectuelen. Mensen die uit eerzucht, of, erger nog, uit eerzucht der ouders een beroep kiezen, dat niet met hun karakter strookt of intellectueel hun krachten te boven gaat, stellen zich bloot aan geestelijke gevaren. Bij een onderzoek door Luning Prak bleek, dat minder dan 2\% onzer bevolking voldoende intelligentie heeft om zonder moeite burgerschool of gymnasium af te lopen.

De geestelijke hygiëne zal zich dus richten zowel tot het individu als tot de kleine of grote gemeenschap, waartoe hij behoort.

De individuele zorg begint reeds bij de zuigeling en nog meer bij de kleuter. Veelal verraden lichamelijke kenmerken (rood haar, cylindervormige borst enz.) reeds een nerveuze overgevoeligheid. Vermijding van en later gewenning aan prikkels die nadelig werken (voeding, geluiden enz.) is dan aangewezen. Bij de keuze van het onderwijs en bij de beroepskeuze zal psychologisch onderzoek betere resultaten geven dan de ambitie der ouders.

De individuele levenswijze, o.a. de wijze van werken, is van belang. Intellectuelen moeten mnemotechniek (het leren van een stof in zijn geheel of in gedeelten, het gebruik van ezelsbruggetjes en van beeldstatistiek, van rhythmische ordening) en denktechniek (b.v. scherpe probleemstelling en het maken van schemata) leren en toepassen. Het gebruik van prikkels (alcohol, koffie, tabak), de dagindeling (ochtend- en avondwerkers), de behoefte aan rust en ontspanning, hebben voor de verschillende individuen niet dezelfde betekenis.

Wat het milieu betreft, hebben de eeuwen door geestelijke leiders getracht de samenleving te beïnvloeden en de harmonie der mensen te bevorderen. Tegenwoordig bestudeert de sociale psychologie systematisch de z.g. psychologische veldstructuren en, gebruikmakend van de studie van de gemeenschappen van mieren, bijen en kippen, ontleedt zij gezin, groep en maatschappij, die tevens als object voor experiment gebruikt worden. De openheid of geslotenheid van het gezin, de sexualiteit der ouders, de gebondenheid der kinderen aan vader en moeder worden nagegaan. De manier waarop men saboteren kan en waarop men het milieu op autoritaire wijze of langs lijnen van geleidelijkheid in een bepaalde richting kan sturen, wordt methodisch onderzocht.

Met de verkregen kennis kan men gemeenschap en enkeling beïnvloeden. Goed gefundeerde adviezen kunnen gegeven worden om verhoudingen te verbeteren. Morenoelkaar heeft een techniek ontwikkeld (sociodrama) waardoor in en tussen groepen bestaande spanningen en vooroordelen bewust gemaakt kunnen worden, door situaties waarin deze moeilijkheden tot uitdrukking komen door middel van spontaan toneelspel uit te beelden. Hierdoor kan een betere sociale aanpassing bereikt worden. De sociale psychologie kan zodoende veel doen om de geestelijke gezondheid te bevorderen.

De grens tussen geestelijk gezond en ziek is weinig scherp. Sommigen vereisen verpleging in psychiatrische inrichtingen, die gesloten of open kunnen zijn, gezinnen die onder direct toezicht van een gesticht staan of op afstand gelegen zijn. Door arbeid in groepsverband tracht men de patiënt weer aan een samenleving aan te passen. Anderen kunnen in de maatschappij leven maar onder bijzondere voorzorgen (sheltered labour, scholen voor buitengewoon onderwijs, toezicht van Pro Juventute enz.). Velen worden als geestelijk gezond beschouwd maar zijn toch niet geheel in evenwicht met zichzelf of hun omgeving. Hulp is dan te vinden bij consultatiebureau’s (medisch opvoedkundige bureau’s en consultatiebureau’s voor moeilijke kinderen, consultatiebureau’s voor gezinsen huwelijksmoeilijkheden enz.).

Jeugdbeweging, film en radio, kerk en school hebben een belangrijke taak te vervullen in het belang van de geestelijke volksgezondheid, maar in samenwerking met geestelijke hygiënisten. Verschillende organisaties die zich de bevordering der geestelijke gezondheid ten doel stellen hebben zich verenigd in de Nationale Federatie van de Geestelijke Volksgezondheid.