Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

proof

betekenis & definitie

I. bewijs, blijk; proef, drukproef; proef: sterktegraad [alcohol]; reageerbuisje; in proof of, ten bewijze van; armour of proof, ondoordringbaar harnas; bring (put) to the proof, op de proef stellen; the proof of the pudding is in the eating, ± ondervinding is de beste leermeesteres;

II. beproefd, bestand (tegen against);

III. ondoordringbaar of vuurvast maken.

< >