1. klauw [v. roofvogel]; make a pounce at, neerschieten op;
2. neerschieten op, in zijn klauwen grijpen;
3. pounce upon, af-, neerschieten op; aanvallen op, grijpen;
4. come pounce upon, pardoes tegen het lijf lopen.
5. sandrak; ponce;
6. met sandrak bestrooien; sponsen [tekening] .