Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

passage

betekenis & definitie

doorgang, doortocht; doorvaart, doorreis; doormars; het passeren, overgang, overtocht; het voorbijgaan; gang, uitgang; steeg; passage [ook = vrachtprijs, plaats in boek]; het doorlaten of aannemen [wetsvoorstel]; (uit)wisseling; a passage of (at) arms, woordenwisseling, botsing.

< >