Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Gepubliceerd op 07-04-2022

paper

betekenis & definitie

I. papier; (nieuws)blad, krant; document; opstel; verhandeling; examenopgave; agenda [in Parlement]; lijst; behangselpapier; brief [spelden]; zakje; vrijbiljetten; papers; 1. papillotten; 2. (officiële) stukken; commit to paper, op papier zetten, opschrijven; send in one’s papers, ontslag nemen;

II. 1. papieren; 2. fig op papier [niet in werkelijkheid];

III. behangen [kamer]; met papier beplakken.