Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

SIGUITPOLDER

betekenis & definitie

1. Polder in de gemeente → Borsele; opgenomen in het → Waterschap de Brede Watering van Zuid-Beveland, thans → Waterschap Noord- en Zuid-Beveland; opp. ca. 68 ha; hoogte ca. 0,8 m + N.A.P.; afwatering via het gemaal Groenewege in de → Hoedekenskerkepolder.

De polder werd vóór ca. 1330 langs de→ Zwake bedijkt, tegen Baarland (→ Grote Reinoutspolder) en de Hoedekenskerkepolder.

De betekenis van Siguit of Ziguit is ’zijk uit’, hetgeen misschien duidt op een eigen suatiesluis. De inbuiging van de buitendijk (noordzijde) wijst op een doorbraak. De polder heeft behoord tot de heerlijkheid Baarland, Oudelande en Bakendorp en tot die van Hoedekenskerke; tot de gemeentelijke herindeling viel Siguit binnen de voormalige gemeenten Baarland (voor een klein deel) en Hoedekenskerke. Tot 1959 maakte de polder deel uit van het waterschap Hoedekenskerke (→ Hoedekenskerkepolder). De scheidingsdijken met de Hoedekenskerke- en de → Slabbekoornpolder zijn afgegraven.

2. Verloren polder van Zuid-Beveland (→ Stormstellepolder).
3. → Ziguitpolder.

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen III. C. Dekker, ZuidBeveland. Roessingh, Waterschap Hoedekenskerke.

< >