Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

MORLODE

betekenis & definitie

(Maarloo, Moerlo). Voormalig water in Z.Bev.; noordoostelijke afsplitsing van de → Hinkelinge; gevormd bij de overstroming van 1134; stroomde dwars door Nieuwlande tot bij Nieuwkerke.

Oostelijk splitste zich de Wrange van de Morlode af, westelijk de Vokkenkene (Kruiningsche Vliet). Met de bedijking van Nieuwlande in de tweede helft der 12e eeuw werd de Morlode afgedamd; deze dam, later bekend als Moerdamme, is nog van belang geweest bij de herdijkingspogingen van oostelijk Zuid-Beveland na de overstromingen van 1530/32. De op een kaart van 1637 aangegeven Nieuwelandsche kille zou een overblijfsel van de Morlode zijn.

Ten oosten van de Lavendeldijk was in de Oud-Krabbendijkepolder een bodeminzinking, tot in de20e eeuw bekend als de ‘Lange Weide’; deze was waarschijnlijk een overblij fsel van de stroombedding van de Morlode. Naam: ‘lo’ duidt water aan, ‘kille’ is een water tussen buitendijkse gronden.

LITERATUUR

C. Dekker, Zuid-Beveland. De Nooyer, De Hinkelinge. A.A. Beekman, De wateren. Schönfeld, Waternamen.

< >