Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

MIDDELGAT

betekenis & definitie

1. Voormalig vaarwater tussen Schouwen en Walcheren; het vormde een van de geulen tussen Oosterschelde en Noordzee.

Noordelijk ervan lag de Hille of Zeehondenplaat en zuidelijk ervan de Wolleplaat of het Noordland. Noordland is thans een werkeiland t.b. v. de aanleg van de Oosterscheldedam. Ten noordoosten ervan ligt de Middelplaat.2. Westerscheldegeul ten oosten van Hoedekenskerke en ten zuiden van Biezelinge (Z.Bev.); zij loopt tot tegen de Zuidbevelandse oever. De rivierwaartse begrenzing van de geul wordt gevormd door het platencomplex Molenplaat, Brouwerplaat en Rug van Baarland.

Het in het begin van de 19e eeuw bekende Groot Vaarwater van Capelle, lopend langs Hoedekenskerke, is na aanmerkelijke versmalling en verdieping opgenomen in het Middelgat, waarvan als grootste diepte ca. 45 m - N.A.P. geldt.

De scheepvaart door het Middelgat is afgenomen ten gunste van het ‘Gat van Ossenisse en de → Overloop van Hansweert. Zie ook → Stromen, Zeeuwse -.

LITERATUUR

A.A. Beekman, De wateren, 247. Wilderom, Tussen afsluitdammen, III. Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek.