Wat is de betekenis van kapel?

kapel - zelfstandig naamwoord uitspraak: ka-pel 1. kleine ruimte of apart gebouwtje voor kerkdiensten ♢ de mis werd opgedragen in de kapel Zelfstandig naamwoord: ka-pel de kapel de kapel...

Een kapel is een kleine gebedsruimte; zowel als vrijstaand kerkgebouw als onderdeel van een groter gebouw; ook als straalkapel.

De kapel maant ons tot inkeer en bezinning. We zouden over ons handelen moeten nadenken en nagaan of we alles op de juiste manier hebben gedaan. Voor muziekkapel zie ‘Orkest’.

[v. Lat. papilio] dagvlinder.

kapel - Ruimten of kleine gebouwen die dienst doen als sanctuarium of christelijke gebedsplaats. Een kapel kan worden gebruikt voor besloten erediensten in of verbonden aan een kerk, paleis, huis, gevangenis, klooster of school. De kapel kan ook worden gebruikt voor openbare erediensten van de staatskerk, ondergeschikt aan of afhankelijk van de par...

buurtschap in de Noordbrabantse gemeente Uden.

zie Kerk.

(Lat.: cappa = mantel). Klein kerkelijk gebouw waarvan de kerkrechtelijke status in het algemeen minder is dan van een kerspel- of een kloosterkerk; een kapel bevat in beginsel een altaar en is gewijd. Al naar de functie worden bijv. genoemd: doop-, bedevaart-, graf-, boetekapel; voorts huis-, slot- en andere kapellen. Te onderscheiden: zelfstandig...

1. een klein kerkgebouw, b.v. in een klooster of op een kerkhof. In een grote kerk vindt men soms rond het priesterkoor een krans van zijkapellen; 2. groep musici die onder leiding van een kapelmeester musiceren; gebruikelijker is de benaming orkest. Onder een kapel verstaat men tegenwoordig meestal een harmonie of militaire muziek; 3. zie...