(Lillo 25 dec. 1725 Veere 29 juni 1795). Gemeente-secretaris van Veere.
Legde zich al vroeg toe op landmeten, kartografie en vestingbouwkunde, welke kennis van pas kwam tijdens de korte belegering van de Scheldeforten in 1747. Werd kort daarna benoemd tot Commies van ’s Lands Magazijnen en Gedelegeerd rechter te Lillo.Was vervolgens jarenlang gemeente-secretaris van Veere, maar werd in 1787 wegens zijn patriottische gezindheid zeer smadelijk bejegend en korte tijd gevangen gezet. Na de omwenteling van 1795 nam hij op sterke aandrang van zijn medeburgers het Baljuwschap van Veere op zich - wat hij maar korte tijd bekleed heeft.
Ermerins had veel belangstelling voor het archief van Veere, dat hij opnieuw geordend heeft. Hieruit putte hij ook stof voor zijn publicaties, zoals een uitgebreide beschrijving van de geschiedenis van deze markiezaatstad. Belangrijkste publicaties: Zeelands tol in zijn opkomst, aanwas en grootheid, benevens deszelfs verval, en geringen toestand voorgestelt en de middelen tot deszelfs herstel aangewezen, (z. pl., 1761) (in: Notulen der Staten van Zeeland, 1762) .
Eerste stichting en lotgevallen van sommige plaatsen ten oosten en westen der Schelde gelegen. (Middelburg, 1776) (in: Verh. v.h. ZG. deel V). Eenige Zeeuwsche oudheden, uit oude stukken opgehelderd. (Middelburg, 1780-1797).
De middelen om de inboorlingen van den staat tot de zeevaart aan te moedigen, (z. pl., 1780, 1782) (in: Werken v.d. Oeconomischen tak der Haarlemsche Maatschappij).
LITERATUUR
N.N.B.W. VIII. Nagtglas, Levensberichten.