Vrouw, wier taak het was om pas geboren kinderen te verzorgen en de kraamvrouwen bij te staan.
In 1851 vormden 5 Middelburgse ‘accoucheurs’ een commissie ter contrôle van de stedelijke bakers, ’’groot in getal, gering in kwaliteit”. Dr. V.M. van → Lissa schreef in 1852 voor hen een handleiding. Een brochure omtrent de verheffing van de bakerstand werd in Zeeland onder de gehuwde vrouwen verspreid. De bakers, die zich door de commissie lieten registreren - in 1856 telde de provincie Zeeland er 40 - moesten een bewijs van kunde afleggen. Dan pas kregen zij een ‘kaart’ bij wijze van diploma.
In 1859 nam Ph.A. Risch de taak van controleur over; in 1866 volgde dr. J.C. de Man hem op. Het aantal bakers nam ten gevolge van de contrôle sterk af.
In 1876 nam de → Commissie van Ziekenverpleging de supervisie van de bakers op zich.
LITERATUUR
Van der Mey-de Leur, Van Olie en Wijn.