Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

THULDEN, THEODOOR VAN

betekenis & definitie

(’s-Hertogenbosch 1606-1669), schilder; zoon van een lakenkoopman uit Den Bosch; vertrok vanuit Brabant op 15-jarige leeftijd naar Antwerpen, waar hij gedurende een jaar les kreeg van Abraham Bleyenberg, gevolgd door nog enkele jaren bij onbekende schilders. In 1626 stond hij ingeschreven bij het Antwerpse St.

Lucas-gilde; als zodanig kreeg hij zijn eerste grote opdracht: negentien doeken voor de kerk van de Triniteitsorde in Parijs, waaraan hij van 1631-33 werkte. Hij keerde terug naar Antwerpen, waar hij in het huwelijk trad met Rubens’ petekind, Maria van Balen, dochter van schilder Hendrik van Balen; bezat een zekere welstand en werd deken bij het St. Lucasgilde. In 1643 verhuisde hij naar Oirschot en vandaar vanaf 1652 voorgoed naar Den Bosch.De twee allegorische schilderijen van hem, die in het Bossche stadhuis hangen, stammen uit de periode 1646-50; uit dezelfde tijd is het schilderij dat hij in opdracht van Amalia van Solms maakte en dat momenteel in „Huis ten Bosch” in Den Haag hangt. Hij legde een voorliefde aan de dag voor religieuze en zinnebeeldige voorstellingen, getuige de twee schilderijen, aangekocht door het Noord-Brabants museum in Den Bosch, een „Allegorie op de muziek” en een ’’Allegorie op de beeldende kunsten”; verder schilderde hij naast portretten veel bijbelse en mythologische voorstellingen. Van Thulden werd begraven in de St. Jan.

Bron: Jaarverslag 1975 Vereniging Rembrandt; N.Brab.-Museum, 1970.