Wat is de betekenis van Petekind?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

petekind

iemand waarvan men peter of meter is. iemand waarvan men peter of meter is; iemand die men ten doop heeft gehouden. Voorbeelden: Ze kwam hofhouden in Brussel, waar haar favoriete petekind Willem van Oranje in haar paleis Coudenbergh werd opgeleid. NRC, 1993 Een zware, massieve taart, de kosten en moeite geenszins waard. Rest...

2024-04-19
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Petekind

Petekind - (Vlaams) elke schacht of eerstejaarsstudent heeft een peter die hem voortdurend bijstaat. Zo heeft dus elke peter een schacht als petekind. Deze moet zijn peter diensten verlenen. In de clubcodex gebruikt men ook de benaming lijfschacht (Du. Leibfuchs) maar dit vond geen ingang in de spreektaal.

2024-04-19
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Petekind

het kind, dat peter en meter (zie Doopborgen) ten doop gehouden hebben of lieten houden. Tusschen het kind en zijn doopborgen bestaat het → huwelijksbeletsel van geestelijke aanverwantschap. Zie ook Vormsel.

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Petekind

s.n., genamt.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Petekind

o. (-eren), kind dat men ten doop gehouden heeft, waarover men als peter of meter gestaan heeft.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

petekind

o. petekinderen (peetzoon of -dochter).

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

petekind

o. (-eren) kind waarover men peter of meter is.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

petekind

o. (-eren), kind dat men ten doop gehouden heeft, waarover men als peter of meter gestaan heeft.

Gerelateerde zoekopdrachten