(Berlijn 1895-Eindhoven 1969), industrieel. Zijn vader was hoofdingenieur bij de AEG, zelf studeerde hij in Delft, waar hij in 1923 het diploma voor elektrotechnisch ingenieur behaalde.
Intussen was het gezin Otten naar Amsterdam verhuisd, waar Otten jr. op het ingenieursbureau van zijn vader ging werken. Op 1 augustus trad hij in dienst bij Philips. Hij trouwde met de oudste dochter van dr. Anton Philips.Na eerst een directeurschap van de Gloeilampenfabriek te hebben vervuld, volgde Otten in 1939 zijn schoonvader op.
Gedurende de Duitse bezetting van ons land verbleef de Philipsfamilie, minus het gezin van ir. Frits Philips, in Engeland en in de VS. Vier dagen na de bevrijding van Eindhoven keerde Otten terug. Hij nam de leiding op zich van de wederopbouw van het bedrijf, reorganiseerde de leiding geende top en stelde een Raad van Bestuur in. Hiervan werd hij voorzitter. Eind maart 1961 trad hij af als president van het bedrijf en werd toen voorzitter en gedelegeerd commissaris van de Raad van Commissarissen.
Pieter Otten vervulde vele commissariaten, zoals dat van de AMRO Bank, Fokker, Staatsbedrijf der Artillerie-ïnrichtingen. Zijn grote liefde voor de sport resulteerde in erelidmaatschappen van verenigingen op dit gebied. Zelf was hij een enthousiast alpinist, met name in Zwitserland, waar hij, in Lenzerheide, een hem door de internationale Philipsgemeenschap bij zijn afscheid geschonken chalet bezat. Zijn persoonlijke bemoeienis met een waardering voor de verrichtingen van de Philips Sport Vereniging, meer bekend als P.S.V., waren voor deze sportclub meer dan een ruggesteun.
Ir. Otten was drager van vele hoge binnen- en buitenlandse onderscheidingen. Hij was grootofficier in de huisorde van Oranje-Nassau, grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau, ridder in de Orde van de Ned. Leeuw en drager van vele buitenlandse onderscheidingen.
Voor de bevordering van de Nederlands-Amerikaanse verstandhouding ontving Pieter Otten in 1957 de Peter Stuyvesant Award. In hetzelfde jaar viel hem de gouden Mozartmedaille van de stad Salzburg ten deel. Ereburgerschappen ontving hij van de gemeenten Eindhoven en Valkenswaard, in welke laatste gemeente hij woonde.
Voorjaar 1986 werd een der zoons van Pieter Otten, mr. F. Otten, vice-president van de Raad van Bestuur der N.V. Philips’ Gloeilampenfabrieken. Hij is een van de vijf kleinzoons van dr. Anton Philips, die een functie in de onderneming kregen.