Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

NAAIJKENS, JAN

betekenis & definitie

(Hilvarenbeek 1919), richtte tijdens de oorlog de ,,Sous-Marin Presse” op; werd kort na de oorlog hoofdredacteur van het weekblad Edele Brabant, gezinsblad van de Brabantse Beweging, en verzorgde lange tijd de radio-uitzendingen van het Brabants Halfuur voor de KRO. Naaijkens was mede-oprichter en vijfentwintig jaar lang stimulator van de Groot-Kempische Cultuurdagen en voorzitter van de Pickwick-club in Hilvarenbeek.

Zijn werk bestaat uit romans, jeugdromans, kindertoneel, essayistisch werk, korte verhalen en radiohoorspelen. Hij is vanaf 1946 actief op het gebied van toneel, als acteur, regisseur en criticus. Hij legt zich vooral toe op wagenspelen, kinder- en openluchttoneel.Publikaties: o.m. Midas, of: Een ezel blijft een ezel; Paris, of Spot niet met de liefde; Is liefde blind?; Esopus, de Held van Waterloo, Fanfarella. Een rotte vis in de maand (speurders-roman); De toverdoos. Guirlande (6 deeltjes), De kip zonder staart, Het geheim van de leeuw; De wonderfiets, De koning lacht, Het betoverde circus, Don Quichot, Beek van Hildewaris (bij Tien eeuwen Hilvarenbeek 1986); essayistisch werk: Biks 5, Leer ze me kennen de Brabanders; Kijk op Noord-Brabant, Noord-Brabant in grootvaders tijd. Naaijkens is de motor achter de toneelgroep Maet houdt staet van Het Patternaat van Jan Baptist, en van de groep Filiassi; was geruime tijd werkzaam als onderwijzer hoofd der school in Hilvarenbeek.

Een tiental stukken van hem werden voor de televisie uitgezonden. Naaijkens werd bekroond met de Provincieprijs van Noord-Brabant, de Dr. P. C. de Brouwerpenning en de Literatuurprijs van de gemeente Hilvarenbeek, die zijn vriend Anton van Duinkerken hem doorgaf.

In 1984 bij gelegenheid van zijn 65ste verjaardag werd een grootscheepse huldiging in de Stadsschouwburg Tilburg op touw gezet; bij die gelegenheid werd een fonds ingesteld, dat naar hem werd vernoemd. De Jan Naaijkens Stichting reikt iedere twee jaar een prijs uit aan degene, die zich het meest verdienstelijk heeft gemaakt voor de Brabantse cultuur.