Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

MUZIEKONDERWIJS

betekenis & definitie

In de eerste helft van de 19de eeuw overheerst in het Brabantse muziekleven de betekenis van Breda en ’s-Hertogenbosch, mede door hun ligging, inwonertal maar ook door de kern van intelligentsia en maatschappelijke elite.

In 's-Hertogenbosch vindt de start plaats in het jaar 1832, als een afdeling Toonkunst wordt toegevoegd aan de school voor beeldende vorm en ambacht, die in 1828 het predikaat koninklijk had verkregen. Al in 1812 op de toendertijd door Napoleon opgerichte ..Académie Imperiale en Royale" was er aan zangonderwijs aandacht besteed. In de jaren na Napoleon werd de zangafdeling onderdeel van de Koninklijke school voor nuttige en beeldende kunsten onder leiding van Bernard Antoine Fallée; ze telde weldra 150 leerlingen. In de stoomdrukkerij van W. L Hanssen te 's-Hertogenbosch werd (1834) een handboekje voor beginnenden gedrukt van de hand van de directeur B. A.

Fallée. getiteld: ..Handboekje voor eerstbeginnenden in de Toonkunst volgens den Meloplaste te zamen gesteld voor de leerlingen der Koninklijke Muziekschool te 's-Hertogenbosch''. Op 15 juli 1833 werden de eerste diploma's uitgereikt in de Sociëteit Casino; de school was inmiddels onder bescherming gekomen van de in 1833 opgerichte Broederschap tot Bevordering der Schilder-, Teeken- en Toonkunst, waarvan burgemeester mr. A. G. Verheyen lid was, evenals o.a. baron A. J.

L. van den Bogaerde van Terbrugge. gouverneur des Konings in de provincie NoordBrabant, en de griffier jhr. mr. F. X. Verheyen. De afdeling toonkunst verzorgde het solfège onderwijs., showbands. drumfanfares en majorettengroepen in de provincie Noord-Brabant, toegespitst op de pedagogische vorming van de individuele leden en het bieden van een ontmoetingsplaats en de instandhouding van een repertoir-informatiecentrum.