grootindustrie te Eindhoven, waar de N.V. Vereenigde Nederlandsche Lucifersfabrieken gevestigd waren, waar in 1894 tegen de 370 arbeiders werkzaam waren.
Met de fabricage van lucifers werd in Eindhoven in 1870 begonnen. Het was de eerste fabriek in zijn soort in Nederland, begonnen door de firma Mennen en Keunen. Het hout van de populieren bleek hier bijzonder voor geschikt te zijn. Aanvankelijk werd voor de lucifers witte fosfor gebruikt, maar na een verbod van verwerking hiervan werd overgegaan op de rode fosfor. Dat gebeurde in het begin van de 20ste eeuw. Er kwam al spoedig concurrentie door nieuwe bedrijven in Breda, Deventer, Amersfoort en Apeldoorn en van buitenlandse lucifersfabrieken.
In 1887 ging de fabriek op in een naamloze vennootschap, waarin de Nederlandse lucifersfabrieken gingen samenwerken, met uitzondering van de twee Bredase bedrijven. In 1905 verhuisde het bedrijf naar Woensel, waar een nieuw fabrieksgebouw in gebruik werd genomen. In de eerste wereldoorlog werd de fabricage van lucifers zwaar getroffen. Daarna kwam er enige opleving, maar na de tweede wereldoorlog zouden de verenigde fabrieken worden opgeheven. Als laatste Nederlandse fabriek sloot de Verenigde Hollandse Lucifersfabriek te Eindhoven in 1978 haar poorten. Deze was reeds een dochteronderneming geworden van Swedish Match.
De produktie werd overgeheveld naar de Belgische fabriek Union Match in Geraardsberg. Bron: dr. Messing, Groot-Eindhoven; Brab. Nwsb., 27-8-83.