Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

GROOT-EINDHOVEN

betekenis & definitie

werd de benaming van Eindhoven na de annexatie van de omliggende gemeenten Woensel, Strijp, Gestel, Stratum en Tongelre in 1920 en reeds omstreeks 1900 Blaarthem. Deze gemeenten waren toen planologisch en economisch een geheel geworden.

Er was echter geen administratieve eenheid, hetgeen vooral tussen 1890 en 1920 tot spanningen leidde.Van de gemeenten was Woensel veruit de grootste met 2939 ha en 15.761 inwoners; tweede grootste was, wat inwoneraantal betreft, Stratum met 7589 inwoners en een oppervlakte van 805 ha, gevolgd door Strijp met 7045 inwoners en 940 ha, vervolgens door Gestel en Blaarthem met 5630 inwoners en 657 ha en Tongelre met 3207 inwoners en 1020 ha. De stad Eindhoven, slechts 79 ha groot, telde toen 6392 inwoners. De annexatie was niet tegen te houden, omdat anders Eindhoven alleen opdraaide voor de kosten van aanleg, exploitatie en uitbreiding van de gemeentebedrijven, terwijl gasfabriek, waterleiding en havenkom buiten die gemeente zelf lagen. Eerst na 1920 kon Eindhoven, maar dan als Groot-Eindhoven, tot ontplooiing komen. Het had wel tot gevolg, dat zich tussen 1920 en 1930 vele Nederlanders van boven de Moerdijk in het grote Eindhoven kwamen vestigen. In Eindhoven beheerste Philips toen de economie, de sport, de cultuur, het onderwijs, de woningbouw en ook de medische verzorging.

Van de gemeenten was Tongelre fel gekant tegen annexatie; Stratum was ook niet erg meegaand, terwijl Woensel en Strijp in het algemeen wel voor de annexatie waren; in Gestel was de mening wisselend. Op vele fronten waren deze gemeenten echter op de stad Eindhoven aangewezen, o.m. op onderwijsgebied, de gezondheidszorg echter nog zonder een centraal ziekenhuis — en werkgelegenheid, alsmede voor vele nutsvoorzieningen.

In 1909 kwam de annexatie al op de agenda van de Eindhovense gemeenteraad, maar door de onwil van Tongelre werd de inlijving, die onderwerp van gesprek in deze gemeenten bleef, vertraagd, eveneens door het plan van inwoners van Woensel om een afzonderlijke agrarische gemeente Nieuw-Woensel te vormen. Op 27 november 1919 namen de Staten-Generaal echter ondanks deze bezwaren de annexatie aan, die op 1 januari 1920 inging. Groot-Eindhoven was gevormd. Het werd ook de naam van een weekblad voor de regio Eindhoven, uit omstreeks 1936.

Bron: dr. F. A. M. Messing, Het ontstaan van Groot Eindhoven, 1980.

< >