Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

ESDONK

betekenis & definitie

gehucht onder Gemert; hier werden vondsten gedaan uit het stenen tijdperk. De naam Esdonk komt het eerst voor in een oorkonde van 1 april 1364 van de Duitse Orde.

Een van de hoeven behoorde aan de familie Van Espendonck. Esdonk werd een leengoed, dat door Diederik van Gemert in leen gehouden werd van de Duitse Orde. In de Middeleeuwen bestond Esdonk uit enkele grote hoeven, die later werden gesplitst. In Esdonk staat het zogenaamde spijkerkapelletje, zo genoemd omdat er spijkers geofferd werden. Het is de kapel, toegewijd aan Maria Magdalena, die in de tweede helft van de 16e eeuw zou zijn gebouwd door een Spaanse officier. De kapel wordt genoemd in een akte van 1562.

De helft behoorde aan de kerk van Gemert, de andere helft was in handen van particulieren. De kapel heeft een nis voor het liggende Christusbeeld uit het einde van de 16e, begin 17e eeuw. Hierbij worden de spijkers geofferd tegen zweren.In de generaliteitsperiodc werd in Esdonk een schuurkerk in gebruik genomen, omdat hier vrijheid van godsdienst bleef. Esdonk is al die eeuwen door een agrarische gemeenschap gebleven.

Bron: Peter van den Eisen: Gesch. van een kapelgehucht, 1981.