voortgekomen uit het in 1857 begonnen weekblad Peel- en Kempenbode, die vanaf 1876 tweemaal per week ging verschijnen. In 1911 was het blad overgegaan in handen van een „consortium van Eindhovensche Katholieken” en ging het dagelijks verschijnen omdat de naam Eindhovensch Dagblad; als ondertitel werd enige tijd Peel- en Kempenbode gehandhaafd.
In 1912 kwamen daarbij als kopbladen Helmondsch Dagblad en Peelbode.In 1917, tijdens de eerste wereldoorlog, werd het Eindhovens Dagblad een week geschorst door de commandant van het veldleger bezuiden de grote rivieren wegens kritiek op het in de grond boren van zes Scheveningse haringloggers door de Duitse marine. Na een protest van de journalistenorganisatie werd deze schorsing al na drie dagen opgeheven.
In 1941 werd het Eindhovens Dagblad beboet wegens belediging van de Rijkscommissaris in bezettingstijd; in hetzelfde jaar kreeg het een schorsingsbevel van de Sicherheitsdienst en in oktober 1941 werd het door de Duitsers opgeheven, omdat een bevel tot samensmelting met de Eindhovense en Meierijsche Courant tot het genazificeerde Dagblad van het Zuiden werd afgewezen. Een dag na de bevrijding van Eindhoven, op 19 september 1944, herrees het Eindhovens Dagblad. In de zestiger jaren werd deze krant opgekocht door het Teulings concern uit ’s-Hertogenbosch, om een onderdeel te worden van de Brabant Pers.
Bron: A. v. Oirschot: De kranten in Brabant.
