Begonnen in 1952 als Sprookjespark op een stuk hei in Kaatsheuvel, naar tekeningen van Anton Pieck; genoemd naar een oude toponiem; de technische uitvoering was in handen van Peter Reynders uit Eindhoven. Aanvankelijk was hier in 1933 op initiatief van de pastoor een sportpark voor jongeren aangelegd.
Dat park werd genomen als uitgangspunt voor een groot recreatief project, dat in 1950 in uitvoering werd genomen. Ingenieurs waren Heidelberger en Markvoort, terwijl het grondwerk werd uitgevoerd door de Heide Mij met de DUW. Het eerste seizoen (1952) trok de Efteling 50.000 bezoekers.Het sprookjespark was geïnspireerd op de sprookjes van Grimm. Het geheel groeide al spoedig uit tot een omvangrijk recreatie- en ontspanningspark, waarin ieder jaar een groot attribuut aan wordt toegevoegd.
Tot de uitgebeelde sprookjes behoren: het kasteel Doornroosje, het kabouterdorp, langnek, roodkapje, de dansende schoentjes, de sprekende papegaai, Hans en Grietje, de put van Vrouw Holle, de grot van Sneeuwwitje, de kikkerkoning.
Daarnaast beschikt de Efteling over een speeltuin met Holle Bolle Gijs, die met de woorden „papier hier” afval binnen gestopt krijgt.
In 1956 werd de carroussel met een Gavioliorgel met stoommobiel en beeldhouwwerk van De Vos uit Gent, geopend.
In 1966 kwam daarbij het sprookje „de Indische Waterlelies” geschreven door Carole Vos, naar een verhaal van koningin Fabiola van België. In 1968 werd daaraan de stoomtrein toegevoegd. Bij het 20-jarig bestaan in 1971 opende de Efteling het „diorama”, een miniatuurwereld in drie dimensies, met daarnaast een kleurrijk waterorgel; in 1972 werd het Victoriaans theater geopend.
In de periode 1973 tot en met 1977 werd het sprookjesbos uitgebreid met een kabouterboom en het sprookje van de wolf met de zeven geitjes.
In 1978 kwam het grote spookslot gereed met zijn griezelscènes.
In een meerjarenplan werd besloten ook andere attracties aan het park toe te voegen; daardoor kwamen er een python, een reuzenachtbaan, een gondoletta en in 1982 een schipschommel bij de Halve Maen, gevolgd door een Pirana, een woestwatergebeuren door een kolkende rivier (10 miljoen). In 1984 kwam daarbij het Carnaval Festival, 275 poppen, ontworpen door Joop Geesink. Hierbij kwamen de Polka Marina, een molen ontworpen door de Eftelingdienst, Oude Tuffers, imitatie-antieke auto’s, en een vernieuwde stoomtrein. De nieuwe investeringen van 1984 vergden een bedrag van f. 18 miljoen; het 40 miljoenenplan moet in 1984 zijn voltooid.
De Efteling kreeg in 1972 de „Pomme d’or”, de hoogste toeristische en recreatieve onderscheiding in Europa. De Efteling trok in 1983 een record aantal bezoekers van ruim 2 miljoen (1,8 miljoen in 1982).
Bron: persinf. Eft.
